சங்கீதம் 24
Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen.
Want Hij heeft ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de rivieren.
Wie zal klimmen op den berg des HEEREN, en wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid?
4 ௪ கைகளில் சுத்தமுள்ளவனும் இருதயத்தில் தூய்மை உள்ளவனுமாக இருந்து, தன்னுடைய ஆத்துமாவை மாயைக்கு ஒப்புக்கொடுக்காமலும், பொய்யாக ஆணையிடாமலும் இருக்கிறவனே.
Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert;
Die zal den zegen ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God zijns heils.
Dat is het geslacht dergenen, die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken, dat is Jakob! (Sela)
7 ௭ வாசல்களே, உங்களுடைய தலைகளை உயர்த்துங்கள்; நித்திய கதவுகளே, உயருங்கள்; மகிமையின் இராஜா உள்ளே நுழைவார்.
Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga!
8 ௮ யார் இந்த மகிமையின் இராஜா? அவர் வல்லமையும் பராக்கிரமமும் உள்ள யெகோவா; அவர் யுத்தத்தில் பராக்கிரமமும் உள்ள கர்த்தராமே.
Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in den strijd.
9 ௯ வாசல்களே, உங்களுடைய தலைகளை உயர்த்துங்கள்; நித்திய கதவுகளே, உயருங்கள், மகிமையின் இராஜா உள்ளே நுழைவார்.
Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga!
Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. (Sela)
