< مکاشفهٔ یوحنا 3 >

«و به فرشته کلیسای در ساردس بنویس این را می‌گوید او که هفت روح خدا و هفت ستاره را دارد. اعمال تو را می‌دانم که نام داری که زنده‌ای ولی مرده هستی. ۱ 1
Schrijf aan den engel der kerk te Sardes. Dit zegt Hij, die de zeven geesten Gods en de zeven sterren heeft: Ik ken uw werken; ge hebt de naam, dat ge leeft, maar ge zijt dood.
بیدار شو و مابقی را که نزدیک به فنا است، استوار نما زیرا که هیچ عمل تو را در حضور خدا کامل نیافتم. ۲ 2
Word wakker, en geef steun aan de rest, die op ‘t punt van sterven staat. Want Ik heb uw werken niet volmaakt bevonden voor het aanschijn van mijn God.
پس بیاد آورچگونه یافته‌ای و شنیده‌ای و حفظ کن و توبه نمازیرا هرگاه بیدار نباشی، مانند دزد بر تو خواهم آمد و از ساعت آمدن من بر تو مطلع نخواهی شد. ۳ 3
Herinner u dus, hoe ge ontvangen hebt en geluisterd; onderhoud het, en kom tot inkeer. Zo ge dus niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief, en ge zult niet weten, op wat uur Ik u zal overvallen.
«لکن در ساردس اسمهای چند داری که لباس خود را نجس نساخته‌اند و در لباس سفید با من خواهند خرامید زیرا که مستحق هستند. ۴ 4
Toch hebt ge in Sardes er enkelen, die hun klederen niet hebben besmet; met Mij zullen ze wandelen in het wit gekleed, omdat ze daartoe waardig zijn.
هرکه غالب آید به‌جامه سفید ملبس خواهد شد واسم او را از دفتر حیات محو نخواهم ساخت بلکه به نام وی در حضور پدرم و فرشتگان او اقرارخواهم نمود. ۵ 5
Wie overwint, zal dus in witte klederen worden gehuld; zijn naam zal Ik niet uitwissen uit het boek des levens, maar zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen.
آنکه گوش دارد بشنود که روح به کلیساها چه می‌گوید. ۶ 6
Wie oren heeft, die hore wat de Geest zegt tot de kerken.
«و به فرشته کلیسای در فیلادلفیه بنویس که این را می‌گوید آن قدوس و حق که کلید داود رادارد که می‌گشاید و هیچ‌کس نخواهد بست ومی بندد و هیچ‌کس نخواهد گشود. ۷ 7
Schrijf aan den engel der kerk te Filadélfia. Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Hij die de sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand zal sluiten; Die sluit, en niemand zal openen:
اعمال تو رامی دانم. اینک دری گشاده پیش روی تو گذارده‌ام که کسی آن را نتواند بست، زیرا اندک قوتی داری و کلام مرا حفظ کرده، اسم مرا انکار ننمودی. ۸ 8
Ik ken uw werken! Zie, Ik heb bij u een deur opengezet, die niemand kan sluiten. Want wel hebt ge slechts geringe kracht, maar mijn woord hebt ge bewaard, en mijn Naam niet verloochend.
اینک می‌دهم آنانی را از کنیسه شیطان که خودرا یهود می‌نامند و نیستند بلکه دروغ می‌گویند. اینک ایشان را مجبور خواهم نمود که بیایند وپیش پایهای تو سجده کنند و بدانند که من تو رامحبت نموده‌ام. ۹ 9
Zie, Ik breng lieden van de synagoge van Satan, die zeggen, dat ze Joden zijn: —toch zijn ze het niet, maar ze liegen; —zie, Ik zal ze tot u doen komen, ze doen neervallen aan uw voeten, en ze doen weten, dat Ik u liefhad.
چونکه کلام صبر مرا حفظنمودی، من نیز تو را محفوظ خواهم داشت، ازساعت امتحان که بر تمام ربع مسکون خواهد آمدتا تمامی ساکنان زمین را بیازماید. ۱۰ 10
Omdat gij mijn bevel tot volharding bewaard hebt, zal Ik ook u in het uur der beproeving bewaren, dat over de hele wereld zal slaan, en hen zal beproeven, die de aarde bewonen.
بزودی می‌آیم، پس آنچه داری حفظ کن مبادا کسی تاج تو را بگیرد. ۱۱ 11
Ik kom spoedig! Houd vast wat ge hebt, opdat niemand u berooft van de kroon.
هر‌که غالب آید، او را در هیکل خدای خود ستونی خواهم ساخت و دیگر هرگزبیرون نخواهد رفت و نام خدای خود را و نام شهرخدای خود یعنی اورشلیم جدید را که از آسمان از جانب خدای من نازل می‌شود و نام جدید خودرا بر وی خواهم نوشت. ۱۲ 12
Wie overwint, zal Ik maken tot een zuil in het huis van mijn God, en nooit zal hij er uitgaan; en Ik zal daarop schrijven de Naam van mijn God, —en de Naam van de Stad van mijn God, van het Nieuw-Jerusalem, dat neerdaalt van mijn God uit de hemel, —en bovendien mijn nieuwe Naam.
آنکه گوش داردبشنود که روح به کلیساها چه می‌گوید. ۱۳ 13
Wie oren heeft, die hore wat de Geest zegt tot de kerken.
«و به فرشته کلیسای در لائودکیه بنویس که این را می‌گوید آمین و شاهد امین و صدیق که ابتدای خلقت خداست. ۱۴ 14
Schrijf aan den en el der kerk te Laodicea. Dit zegt "Amen", de trouwe en waarachtige Getuige, de Aanvang van de schepping Gods:
اعمال تو را می‌دانم که نه سرد و نه گرم هستی. کاشکه سرد بودی یاگرم. ۱۵ 15
Ik ken uw werken, en weet, dat ge koud zijt noch warm. Och, waart ge maar koud of warm!
لهذا چون فاتر هستی یعنی نه گرم و نه سرد، تو را از دهان خود قی خواهم کرد. ۱۶ 16
Omdat ge lauw zijt, warm noch koud, daarom zal Ik u uitspuwen uit mijn mond.
زیرامی گویی دولتمند هستم و دولت اندوخته‌ام و به هیچ‌چیز محتاج نیستم و نمی دانی که تو مستمندو مسکین هستی و فقیر و کور و عریان. ۱۷ 17
Ge zegt: Ik ben rijk, ik heb overvloed en heb behoefte aan niets; daarom beseft ge ook niet, dat ge ellendig zijt en erbarmelijk, arm, blind en naakt.
تو رانصیحت می‌کنم که زر مصفای به آتش را از من بخری تا دولتمند شوی، و رخت سفید را تاپوشانیده شوی و ننگ عریانی تو ظاهر نشود وسرمه را تا به چشمان خود کشیده بینایی یابی. ۱۸ 18
Ik raad u aan, om goud van Mij te kopen door vuur gelouterd, opdat ge rijk moogt worden; en witte klederen, om ze aan te trekken, opdat de schande uwer naaktheid niet aan de dag zal komen; en zalf, om uw ogen te zalven, opdat ge moogt zien.
هر‌که را من دوست می‌دارم، توبیخ وتادیب می‌نمایم. پس غیور شو و توبه نما. ۱۹ 19
Ik bestraf en tuchtig al, die Ik liefheb. Doe dus uw best en bekeer u.
اینک بر در ایستاده می‌کوبم؛ اگر کسی آوازمرا بشنود و در را باز کند، به نزد او درخواهم آمد و با وی شام خواهم خورد و او نیز با من. ۲۰ 20
Zie, Ik sta aan de deur en klop; wanneer iemand luistert naar mijn stem en de deur zal ontsluiten, dan zal Ik bij hem binnenkomen, de maaltijd met hem houden, en hij met Mij.
آنکه غالب آید، این را به وی خواهم داد که بر تخت من با من بنشیند، چنانکه من غلبه یافتم و با پدر خود بر تخت او نشستم. ۲۱ 21
Wie overwint, zal Ik naast Mij op mijn troon doen zitten, zoals Ik zelf heb overwonnen, en met mijn Vader op zijn troon ben gezeten.
هر‌که گوش دارد بشنود که روح به کلیساها چه می‌گوید.» ۲۲ 22
Wie oren heeft, hore wat de Geest zegt tot de kerken.

< مکاشفهٔ یوحنا 3 >