< مزامیر 16 >

مکتوم داود ای خدا مرا محافظت فرما، زیرا برتوتوکل می‌دارم. ۱ 1
Een puntdicht van David. Behoed mij, o God, want tot U neem ik mijn toevlucht;
خداوند را گفتم: «توخداوند من هستی. نیکویی من نیست غیر از تو.» ۲ 2
Ik zeg tot Jahweh: Gij zijt mijn Heer, buiten U geen geluk!
و اما مقدسانی که در زمین‌اند و فاضلان، تمامی خوشی من در ایشان است. ۳ 3
Aan de heiligen, die zijn land bewonen, Schenkt Hij de volheid zijner genade.
دردهای آنانی که عقب (خدای ) دیگر می‌شتابند، بسیار خواهدشد. هدایای خونی‌ایشان را نخواهم ریخت، بلکه نام ایشان را به زبانم نخواهم آورد. ۴ 4
Zìj hopen zich ellende op, Die achter vreemde goden lopen. Neen, ik pleng hun bloedige offers niet mee, Zelfs hun naam komt mij niet op de lippen!
خداوند نصیب قسمت و کاسه من است. توقرعه مرا نگاه می‌داری. ۵ 5
Gij zijt mijn erfdeel, o Jahweh, en het deel van mijn beker, Gij zijt het, die het lot voor mij wierpt:
خطه های من به‌جایهای خوش افتاد. میراث بهی به من رسیده است. ۶ 6
Mijn meetsnoer lag in lieflijke dreven, Een prachtig stuk viel mij toe.
خداوند را که مرا نصیحت نمود، متبارک می‌خوانم. شبانگاه نیز قلبم مرا تنبیه می‌کند. ۷ 7
Ik zegen Jahweh, want Hij is mijn raadsman: Zelfs ‘s nachts word ik door mijn nieren vermaand.
خداوند را همیشه پیش روی خود می‌دارم. چونکه به‌دست راست من است، جنبش نخواهم خورد. ۸ 8
Jahweh houd ik altijd voor ogen; Staat Hij mij ter zijde, dan wankel ik niet.
از این‌رو دلم شادی می‌کند و جلالم به وجد می‌آید؛ جسدم نیز در اطمینان ساکن خواهدشد. ۹ 9
Zo verheugt zich mijn hart, En jubelt mijn geest; Ook mijn vlees is vol moed,
زیرا جانم را در عالم اموات ترک نخواهی کرد، و قدوس خود را نخواهی گذاشت که فسادرا بیند. (Sheol h7585) ۱۰ 10
Want Gij geeft mij niet prijs aan het dodenrijk. Gij laat uw vrome het graf niet aanschouwen, (Sheol h7585)
طریق حیات را به من خواهی آموخت. به حضور تو کمال خوشی است و به‌دست راست تو لذت‌ها تا ابدالاباد! ۱۱ 11
Maar toont mij de weg naar het leven, Overvloedige vreugd voor uw aanschijn, Aan uw rechterhand eeuwig geluk.

< مزامیر 16 >