هوشع 8

۱ 1 کرنا را به دهان خود بگذار. او مثل عقاب به ضد خانه خداوند می‌آید، زیرا که از عهدمن تجاوز نمودند و به شریعت من عصیان ورزیدند.

De bazuin aan uw mond: Er zweeft een gier boven de woning van Jahweh! Want ze hebben mijn verbond overtreden, Gezondigd tegen mijn wet.

۲ 2 اسرائیل نزد من فریاد می‌نمایند که‌ای خدای ما تو را می‌شناسیم.

Nu roepen ze tot Mij: Mijn God! Maar Wij kennen u, Israël!

۳ 3 اسرائیل نیکویی راترک کرده است. پس دشمن او را تعاقب خواهدنمود.

Israël heeft het heil verstoten, De vijand zal het vervolgen.

۴ 4 ایشان پادشاهان نصب نمودند، اما نه ازجانب من. سروران تعیین کردند، اما ایشان رانشناختم. از نقره و طلای خویش بتها برای خودساختند تا منقطع بشوند.

Ze hebben koningen aangesteld, maar buiten Mij om, Vorsten gekozen, maar buiten mijn weten; Van hun zilver en goud hebben ze goden gemaakt, Tot hun eigen verderf.

۵ 5 ‌ای سامره او گوساله تورا رد نموده است. خشم من بر ایشان افروخته شد. تا به کی نمی توانند طاهر بشوند؟

Samaria, Ik stoot uw kalf van Mij weg: Hoelang is er mijn toorn al tegen ontbrand? Reinigen kan men het niet,

۶ 6 زیرا که این نیزاز اسرائیل است و صنعتگر آن را ساخته است، لهذا خدا نیست. البته گوساله سامره خرد خواهدشد.

Want het is Israëls gewrocht! Een werkman heeft het gemaakt, Het is geen God! Ja, in splinters zal het vallen, Het kalf van Samaria!

۷ 7 به درستی که باد را کاشتند، پس گردباد راخواهند دروید. آن را محصول نیست وخوشه هایش آرد نخواهد داد و اگر هم بدهد، غریبان آن را خواهند بلعید.

Want ze zaaien wind, en oogsten storm: Een oogst zonder aren, koren zonder meel; En brengt het iets op, dan eten het vreemden:

۸ 8 اسرائیل بلعیده خواهد شد و الان در میان امت‌ها مثل ظرف ناپسندیده می‌باشند.

Verslonden wordt Israël! Nu zijn ze onder de volken als een waardeloze pot,

۹ 9 زیرا که ایشان مثل گورخرتنها و منفرد به آشور رفته‌اند و افرایم عاشقان اجیر کرده است.

Omdat ze naar Assjoer zijn gegaan. Een wilde ezel zondert zich af, Doch Efraïm geeft zich aan zijn minnaars.

۱۰ 10 اگر‌چه ایشان در میان امت هااجرت می‌دهند، من الان ایشان را جمع خواهم کرد و به‌سبب ستم پادشاه و سروران رو به تناقض خواهند نهاد.

Maar al verstrooien ze zich onder de volken, Ik houd ze bijeen: Opdat ze eerst een tijd nog zuchten Onder de druk van hun koning en vorsten.

۱۱ 11 چونکه افرایم مذبح های بسیار برای گناه ساخت پس مذبح‌ها برایش باعث گناه شد.

Ja, Efraïm heeft vele altaren gebouwd, Maar die altaren dienden hem enkel tot zonde;

۱۲ 12 احکام بسیار شریعت خود را برای او نوشتم اما آنها را مثل چیز غریب شمردند.

Al schrijf Ik hem nog zoveel wetten voor, Ze gelden hem niets.

۱۳ 13 قربانی های سوختنی مرا ذبح کردند تا گوشت بخورند وخداوند آنها را قبول نکرد. الان عصیان ایشان را به یاد می‌آورد و عقوبت گناه را بر ایشان می‌رساند وایشان به مصر خواهند برگشت.

Al brengen ze talloze offers, Al slachten ze nog zoveel vlees En eten daarvan: Ze behagen Jahweh niet meer! Thans zal Hij hun misdaad gedenken, En hun zonde bestraffen: Naar Egypte moeten ze terug, In Assjoer onreine spijzen eten.

۱۴ 14 اسرائیل خالق خود را فراموش کرده، قصرها بنا می‌کند و یهوداشهرهای حصاردار بسیار می‌سازد. اما من آتش به شهرهایش خواهم فرستاد که قصرهایش رابسوزاند.

Israël heeft zijn Schepper vergeten en tempels gebouwd, Juda tal van versterkte steden gegrond: Maar Ik slinger een vuur in hun steden, Dat haar gebouwen verteert!