Openbaring 20
1 En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds en een groote keten op zijn hand. (Abyssos g12)
And I saw an Angel, descending from heaven, holding in his hand the key of the abyss and a great chain. (Abyssos g12)
2 En hij greep den draak, de oude slang, die is de duivel en Satanas, en bond hem voor duizend jaar,
And he apprehended the dragon, the ancient serpent, who is the devil and Satan, and he bound him for a thousand years.
3 en wierp hem naar den afgrond en hij sloot dien toe en verzegelde dien over hem, opdat hij de volken niet meer zou verleiden, totdat de duizend jaar voleindigd zouden zijn. Daarna moet hij voor een korten tijd losgemaakt worden. (Abyssos g12)
And he cast him into the abyss, and he closed and sealed it, so that he would no longer seduce the nations, until the thousand years are completed. And after these things, he must be released for a brief time. (Abyssos g12)
4 En ik zag troonen en zij zaten daarop, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen dergenen die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus en om het woord Gods, en dezulken die niet voor het beest geknield hadden, noch voor zijn beeld en die het merkteeken op hun voorhoofd en op hun hand niet ontvangen hadden; en zij leefden en heerschten met den Christus duizend jaar.
And I saw thrones. And they sat upon them. And judgment was given to them. And the souls of those beheaded because of the testimony of Jesus and because of the Word of God, and who did not adore the beast, nor his image, nor accept his character on their foreheads or on their hands: they lived and they reigned with Christ for a thousand years.
5 De overigen der dooden leefden niet, totdat de duizend jaar voleindigd zouden zijn. Deze is de eerste verrijzenis.
The rest of the dead did not live, until the thousand years are completed. This is the First Resurrection.
6 Zalig en heilig die deel heeft in die eerste verrijzenis; over dezen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters zijn voor God en den Christus, en zullen met Hem heerschen de duizend jaar.
Blessed and holy is he who takes part in the First Resurrection. Over these the second death has no power. But they shall be priests of God and of Christ, and they shall reign with him for a thousand years.
7 En wanneer de duizend jaar zullen voleindigd zijn, dan zal de Satan losgemaakt worden uit zijn gevangenis,
And when the thousand years will have been completed, Satan shall be released from his prison,
8 en hij zal uitgaan om de volken te verleiden die in de vier hoeken der aarde zijn, den God en den Magog, om die te verzamelen tot den oorlog; wier getal is als het zand der zee.
and he will go out and seduce the nations which are upon the four quarters of the earth, Gog and Magog. And he will gather them together for battle, those whose number is like the sand of the sea.
9 En zij zijn opgekomen over de breedte der aarde en zij omringden de legerplaats der heiligen en de beminde stad; en er daalde vuur uit den hemel van God en het verslond hen.
And they climbed across the breadth of the earth, and they encompassed the camp of the Saints and the Beloved City. And fire from God descended from heaven and devoured them.
11 En ik zag een grooten witten troon en Hem die daarop gezeten was, van wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvluchtten, en voor hen werd geen plaats gevonden.
And I saw a great white throne, and One sitting upon it, from whose sight earth and heaven fled, and no place was found for them.
12 En ik zag de dooden, de grooten en de kleinen, staande voor het aangezicht van den troon, en er werden boeken geopend. En een ander boek werd geopend dat het boek des levens is. En de dooden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
And I saw the dead, great and small, standing in view of the throne. And books were opened. And another Book was opened, which is the Book of Life. And the dead were judged by those things that had been written in the books, according to their works.
13 En de zee gaf de dooden die in haar waren, en de dood en het doodenrijk gaven de dooden die in hen waren; en zij werden geoordeeld een ieder naar zijn werken. (Hadēs g86)
And the sea gave up the dead who were in it. And death and Hell gave up their dead who were in them. And they were judged, each one according to his works. (Hadēs g86)
