Hooglied 8

1 Ach waart ge mijn broeder, Gezoogd aan de borst van mijn moeder: Vond ik u buiten, dan kon ik u kussen, En men zou er mij niet om verachten.

ای کاش تو برادر من بودی که از سینۀ مادرم شیر خورده است. آنگاه هر جا تو را می‌دیدم می‌توانستم تو را ببوسم، بدون آنکه رسوا شوم.

2 Dan leidde ik u naar het huis van mijn moeder, Naar de kamer van haar, die mij baarde; Dan laafde ik u met geurige wijn, Met de most van granaten.

دستت را می‌گرفتم و تو را به خانهٔ مادرم که مرا بزرگ کرده، می‌بردم. در آنجا شراب خوش طعم و عصارهٔ انار خود را به تو می‌دادم تا بنوشی.

3 Maar zijn linker moet rusten onder mijn hoofd Zijn rechter houde mij omstrengeld!

دست چپ تو زیر سر من می‌بود و دست راستت مرا در آغوش می‌کشید.

4 "Ik bezweer u, Jerusalems dochters, Bij de gazellen en de hinden in het veld: Hoe hebt gij de liefde durven wekken en lokken, Voordat het haar lust?"

ای دختران اورشلیم، شما را قسم می‌دهم که مزاحم عشق ما نشوید.

5 Wie stijgt daar op uit de steppe Op haar beminde geleund? Onder de appelboom heb ik uw liefde gewekt: Daar, waar uw moeder u ontving, U baarde met smarten.

این کیست که بر محبوب خود تکیه کرده و از صحرا می‌آید؟ محبوب در زیر آن درخت سیب، جایی که مادرت با درد زایمان تو را به دنیا آورد، من عشق را در دلت بیدار کردم.

6 Leg mij op uw hart als een zegel, Om uw arm als een band: Want sterk als de dood is de liefde! Onverbiddelijk als het graf is haar gloed, Zij laait op als het flitsende vuur, Haar vlammen zijn vlammen van Jahweh! (Sheol h7585)

عشق مرا در دل خود مهر کن و مرا چون حلقهٔ طلا بر بازویت ببند تا همیشه با تو باشم. عشق مانند مرگ قدرتمند است و شعله‌اش همچون شعله‌های پرقدرت آتش با بی‌رحمی می‌سوزاند و نابود می‌کند. (Sheol h7585)

7 Watergolven missen de kracht, Om de liefde te blussen, En stromen verzwelgen haar niet. Al bood iemand ook al zijn schatten, Zelfs zijn paleis voor de liefde, Smadelijk wees men hem af!

آبهای بسیار نمی‌توانند شعلهٔ عشق را خاموش کنند و سیلابها قادر نیستند آن را فرو نشانند. هر که بکوشد با ثروتش عشق را بچنگ آورد، جز خفت و خواری چیزی عایدش نخواهد شد.

8 Wij hadden een jeugdige zuster, Nog zonder borsten: Wat moesten we met onze zuster doen Wanneer men haar vroeg?

خواهر کوچکی داریم که سینه‌هایش هنوز بزرگ نشده‌اند. اگر کسی به خواستگاری او بیاید چه خواهیم کرد؟

9 Was zij een muur Dan konden we er een zilveren borstweer op bouwen; Was zij een poort, We sloten haar af met een cederbalk.

اگر او دیوار می‌بود بر او برجهای نقره می‌ساختیم و اگر در می‌بود با روکشی از چوب سرو او را می‌پوشاندیم.

10 Ja, ik wàs een muur, En torens waren mijn borsten: Juist daarom werd ik in zijn ogen Een toegang van vrede!

من دیوارم و سینه‌هایم برجهای آن. من دل از محبوب خود ربوده‌ام.

11 Salomon heeft een wijngaard in Báal-Hamon, Hij heeft hem onder de hoede van wachters gesteld; Elk moet voor zijn vruchten Duizend zilveren sikkels betalen.

سلیمان در بعل هامون تاکستانی داشت و آن را به کشاورزان اجاره داد که هر یک، هزار سکه به او بدهند.

12 Mijn wijngaard is van mij alleen, En zijn vrucht is voor mij! Die duizend, Salomon, gun ik u, En de wachters tweehonderd.

اما ای سلیمان، من تاکستان خود را به تو می‌دهم، هزار سکهٔ آن مال توست و دویست سکه مال کسانی که از آن نگهداری می‌کنند.

13 O gij, die in de lusthof toeft: De vrienden luisteren; Laat mij horen uw stem, Uw wensen vernemen.

ای محبوبهٔ من، بگذار صدایت را از باغ بشنوم، دوستانم منتظرند تا صدایت را بشنوند.

14 Snel, mijn beminde, En doe zoals de gazel, Of het jong van het hert Op de balsembergen!

نزد من بیا ای محبوب من، همچون غزال و بچه آهو بر کوههای عطرآگین، به سوی من بیا.