Spreuken 5
1 Mijn zoon, schenk uw aandacht aan mijn wijsheid, Neig uw oor tot mijn inzicht;
Сыне, моей премудрости внимай, к моим же словесем прилагай ухо твое,
2 Dat overleg en ervaring u mogen behoeden, En u bewaren voor de lippen van een vreemde vrouw.
да сохраниши мысль благую: чувство же моих устен заповедает тебе.
3 Want al druipen de lippen der vreemde van honing, En is haar gehemelte gladder dan olie,
Не внимай злей жене: мед бо каплет от устен жены блудницы, яже на время наслаждает твой гортань:
4 Ten slotte is zij bitter als alsem, En scherp als een tweesnijdend zwaard.
последи же горчае желчи обрящеши, и изощренну паче меча обоюду остра:
безумия бо нозе низводят употребляющих ю со смертию во ад, стопы же ея не утверждаются: (Sheol h7585)
6 Ze bakent de weg des levens niet af, Maar haar paden kronkelen ongemerkt!
на пути бо животныя не находит, заблужденна же течения ея и неблагоразумна.
7 Welnu dan kinderen, luistert naar mij, Keert u niet af van mijn woorden.
Ныне убо, сыне, послушай мене и не отриновенна сотвори моя словеса:
8 Houd uw weg verre van haar, Nader niet tot de deur van haar huis:
далече от нея сотвори путь твой и не приближися ко дверем домов ея,
9 Anders moet ge aan anderen uw frisheid afstaan, Uw jaren offeren aan een ongenadig mens
да не предаст иным живота твоего, и твоего жития немилостивым,
10 Verrijken zich vreemden met uw vermogen, En komt uw zuurverdiend loon in het huis van een ander.
да не насытятся инии твоея крепости, твои же труды в домы чуждыя внидут,
11 Dan slaat ge ten slotte aan ‘t jammeren, En moet ge, als heel uw lichaam op is, bekennen:
и раскаешися на последок твой, егда иструтся плоти тела твоего, и речеши:
12 Hoe heb ik toch de tucht kunnen haten, En de vermaning in de wind kunnen slaan?
како возненавидех наказание, и от обличений уклонися сердце мое?
13 Waarom heb ik niet geluisterd naar hen, die mij onderwezen, Geen aandacht geschonken aan hen, die mij leerden?
Не послушах гласа наказующаго мя, и ко учащему мя не прилагах уха моего:
14 Nu hebben mij haast alle rampen getroffen Midden in de kring van mijn volk!
вмале бех во всяцем зле посреде церкве и сонмища.
15 Drink water uit uw eigen bron, Een koele dronk uit uw eigen put
Сыне, пий воды от своих сосудов и от твоих кладенцев Источника:
16 Zoudt ge úw wellen over de rand laten stromen, Uw watergolven over de straten?
да преизливаются тебе воды от твоего источника, во твоя же пути да происходят твоя воды.
17 Néén, u alleen behoren zij toe, Niet aan vreemden nevens u.
Да будут тебе единому имения, и да никтоже чуждь причастится тебе.
18 Houd dus uw bron voor u zelf, En geniet van de vrouw uwer jeugd:
Источник твоея воды да будет тебе твой, и веселися с женою, яже от юности твоея:
19 Die aanminnige hinde, Die bevallige gems; Haar borsten mogen u ten allen tijde bevredigen. Aan haar liefde moogt ge u voortdurend bedwelmen.
елень любве и жребя твоих благодатей да беседует тебе, твоя же да предидет тебе и да будет с тобою во всяко время: в дружбе бо сея спребываяй умножен будеши.
20 Waarom, mijn zoon, zoudt ge u aan een vreemde te buiten gaan, De boezem strelen van een onbekende?
Не мног буди к чуждей, ниже объят буди объятии не твоея:
21 Voor de ogen van Jahweh liggen de wegen van iedereen open, Hij let op de paden van allen:
пред очима бо суть Божиима путие мужа, вся же течения его назирает.
22 De boze wordt in zijn eigen wandaden verstrikt, In de banden van zijn zonden gevangen;
Законопреступления мужа уловляют: пленицами же своих грехов кийждо затязается.
23 Zijn losbandigheid brengt hem om het leven, Door zijn vele dwaasheden komt hij om.
Сей скончавается с ненаказанными: от множества же своего жития извержется и погибает за безумие.
