গীতসংহিতা 36
1 ১ প্রধান বাদ্যকরের জন্য। সদাপ্রভুুর দাস দায়ূদের একটি গীত। পাপ দুষ্ট লোকের মধ্যে ভাববাণী হিসাবে কথা বলে; তার চোখে ঈশ্বরের কোন ভয় নেই।
Voor muziekbegeleiding. Van David, den dienaar van Jahweh. De zonde fluistert den boze haar inblazingen toe. In het diepst van zijn hart; Geen vreze Gods Staat hem voor ogen.
Want ze heeft hem met blindheid geslagen, Zodat hij zijn misdaad kent noch haat.
Het woord van zijn mond Is leugen en bedrog. Hij weigert, zich verstandig en goed te gedragen;
4 ৪ যখন সে বিছানায় মিথ্যা কল্পনা করে; তিনি একটি মন্দ পথে দাঁড়িয়ে থাকে; তিনি মন্দকে প্রত্যাখ্যান করে না।
Zelfs op zijn sponde bedenkt hij nog slechtheid. Het verkeerde pad gaat hij op, En wendt zich niet af van het kwaad.
Maar uw goedheid, o Jahweh, reikt tot de hemel, En tot aan de wolken uw trouw;
6 ৬ তোমার ন্যায়পরায়ণতা সর্বোচ্চ পাহাড়ের মত; তোমার ন্যায়বিচার গভীরতম সমুদ্রের মত। সদাপ্রভুু, তুমি মানবজাতি এবং পশুদের উভয়কেই রক্ষা করে থাক।
Uw gerechtigheid is als de bergen Gods, Als de onmetelijke oceaan uw gericht. Mensen en dieren helpt Gij, o Jahweh;
Hoe heerlijk is uw genade, o God! Daarom zoeken de kinderen der mensen Hun toevlucht in de schaduw uwer vleugelen;
8 ৮ তারা তোমার ঘরে প্রচুর পরিমাণ খাবারের সমৃদ্ধিতে সন্তুষ্ট হবে; তুমি তাদেরকে তোমার মূল্যবান আশীর্বাদের নদী থেকে পান করাবে।
Zij verzadigen zich met het vet van uw woning, Gij laaft ze aan uw stroom van geneugten.
Want bij U is de bron van het leven, In ùw licht aanschouwen wij licht.
10 ১০ যারা তোমায় জানে তুমি তাদের চুক্তির বিশ্বস্ততা প্রসারিত কর, তোমার প্রতিরক্ষা সরল হৃদয়দের প্রতি।
Blijf uw goedertierenheid tonen aan hen, die U vrezen, Uw gerechtigheid aan de oprechten van hart;
Laat geen trotse voet mij vertrappen, Geen goddeloze vuisten mij slaan.
Maar waar de zondaars vallen, Laat ze daar liggen, en nimmermeer opstaan.
