Psalms 120

1 A song for pilgrims going up to Jerusalem. I called out to the Lord for help in all my troubles, and he answered me.

Een bedevaartslied. Tot Jahweh riep ik in mijn nood, En Hij heeft mij verhoord.

2 Lord, please save me from liars and cheats!

Verlos mij, Jahweh, van leugenlippen En lastertongen!

3 What will the Lord do to you, you liars? How will he punish you?

Wat kan een lastertong u al brengen, En wat er nog bij doen:

4 With the sharp arrows of a warrior and burning coals made from a broom tree.

Scherpgepunte oorlogspijlen, Met gloeiende houtskool!

5 I'm sorry for myself, because I live as a foreigner in Meshech, or among the tent-dwellers of Kedar.

Wee mij, dat ik moet toeven In de tenten van Mésjek, En dat ik moet wonen In de tenten van Kedar!

6 I have lived for far too long among people who hate peace.

Reeds te lang leef ik samen Met vredeverstoorders;

7 I want peace, but when I talk of peace, they want war.

Als ìk over vrede wil spreken, Zoeken zij strijd!