Jesaja 9

1 Wel heeft Hij smaad gebracht over Zabulons land, Over het land van Neftali in vroegere tijden: Maar in de eindtijd herstelt Hij in ere De weg naar de zee, De overkant van de Jordaan, Het gewest van de heidenen.

۱ لیکن برای او که در تنگی می‌بود، تاریکی نخواهد شد. در زمان پیشین زمین زبولون وزمین نفتالی را ذلیل ساخت، اما در زمان آخر آن را به راه دریا به آن طرف اردن در جلیل امت هامحترم خواهد گردانید.

2 Het volk, dat in duisternis wandelt, Zal dan een helder licht aanschouwen; Die wonen in het dal van de schaduw des doods, Een glans zal over hen stralen!

۲ قومی که در تاریکی سالک می‌بودند، نور عظیمی خواهند دید و بر ساکنان زمین سایه موت نور ساطع خواهد شد.

3 Gij zult hun vreugde vermeerderen, hun blijdschap vergroten; Vrolijk zullen ze zijn voor uw aanschijn, Zoals men vrolijk is bij de oogst, Zoals men blij is bij het verdelen van buit!

۳ تو قوم را بسیار ساخته، شادی ایشان را زیادگردانیدی. به حضور تو شادی خواهند کرد مثل شادمانی وقت درو و مانند کسانی که در تقسیم نمودن غنیمت وجد می‌نمایند.

4 Want het juk, dat hem drukte, Het blok op zijn schouders, De stok van zijn drijver Breekt Gij als op de dag van Midjan stuk.

۴ زیرا که یوغ باراو را و عصای گردنش یعنی عصای جفا کننده وی را شکستی چنانکه در روز مدیان کردی.

5 Alle dreunend stampende laarzen En in bloed geverfde mantels Zullen worden verbrand, Door de vlammen verteerd.

۵ زیرا همه اسلحه مسلحان در غوغا است ورخوت ایشان به خون آغشته است اما برای سوختن و هیزم آتش خواهند بود.

6 Want een Kind is ons geboren, een Zoon ons geschonken; De heerschappij wordt op zijn schouders gelegd. En zijn naam wordt genoemd: Wonderbaar raadsman, Goddelijke held, Vader voor immer, Vorst van de vrede!

۶ زیرا که برای ما ولدی زاییده و پسری به ما بخشیده شد وسلطنت بر دوش او خواهد بود و اسم او عجیب ومشیر و خدای قدیر و پدر سرمدی و سرورسلامتی خوانده خواهد شد.

7 Grote macht zal Hij brengen, en eindeloze vrede Aan Davids huis en zijn rijk. Hij zal het steunen en stutten met recht en gerechtigheid Nu en voor immer: De ijver van Jahweh der heirscharen brengt het tot stand!

۷ ترقی سلطنت وسلامتی او را بر کرسی داود و بر مملکت وی انتهانخواهد بود تا آن را به انصاف و عدالت از الان تاابدالاباد ثابت و استوار نماید. غیرت یهوه صبایوت این را بجا خواهد آورد.

8 De Heer heeft een woord tot Jakob gezonden, En het valt in Israël neer;

۸ خداوند کلامی نزد یعقوب فرستاد و آن براسرائیل واقع گردید.

9 Het hele volk zal het ondervinden: Efraïm en de bewoners van Samaria! Want ze hebben gezegd in hun trots, En in de hoogmoed des harten:

۹ و تمامی قوم خواهنددانست یعنی افرایم و ساکنان سامره که از غرور وتکبر دل خود می‌گویند.

10 De baksteen gevallen: we herbouwen met hardsteen; De moerbei geveld: ceders planten wij in haar plaats!

۱۰ خشتها افتاده است امابا سنگهای تراشیده بنا خواهیم نمود؛ چوبهای افراغ در هم شکست اما سرو آزاد بجای آنهامی گذاریم.

11 Jahweh vuurde de verdrukkers van Resin tegen hen aan, En hitste de vijanden tegen hen op;

۱۱ بنابراین خداوند دشمنان رصین رابضد او خواهد برافراشت و خصمان او را خواهدبرانگیخت.

12 Aram ten oosten, de Filistijnen ten westen Hebben Israël verslonden met gulzige mond; Maar toch bedaart zijn gramschap niet, Zijn hand blijft naar hen uitgestrekt!

۱۲ ارامیان را از مشرق و فلسطینیان رااز مغرب و ایشان اسرائیل را با دهان گشوده خواهند خورد. اما با این همه خشم او برگردانیده نشده و دست او هنوز دراز است.

13 Want het volk bekeerde zich niet tot Hem, die het sloeg, En zocht Jahweh der heirscharen niet.

۱۳ و این قوم بسوی زننده خودشان بازگشت ننموده و یهوه صبایوت را نطلبیده‌اند.

14 Daarom heeft Jahweh Israël kop en staart afgehouwen, Palmtak en riet op één dag:

۱۴ بنابراین خداوند سر ودم و نخل و نی را از اسرائیل در یک روز خواهدبرید.

15 De oudsten en edelen waren de kop, De leugenprofeten de staart;

۱۵ مرد پیر و مرد شریف سر است و نبی‌ای که تعلیم دروغ می‌دهد، دم می‌باشد.

16 Die dit volk moesten leiden, zijn zijn verleiders, Die geleid moesten worden, zijn op een doolweg gebracht.

۱۶ زیرا که هادیان این قوم ایشان را گمراه می‌کنند و پیروان ایشان بلعیده می‌شوند.

17 Daarom spaarde de Heer hun jongelingen niet, Ontfermde zich niet over hun weduwen en wezen; Want ze zijn allen godvergeten en boos, En iedere mond spreekt goddeloze taal; Maar toch bedaart zijn gramschap niet, Zijn hand blijft tegen hen uitgestrekt!

۱۷ از این سبب خداوند از جوانان ایشان مسرور نخواهد شد و بر یتیمان و بیوه‌زنان ایشان ترحم نخواهد نمود. چونکه جمیع ایشان منافق وشریرند و هر دهانی به حماقت متکلم می‌شود بااینهمه غضب او برگردانیده نشده و دست او هنوزدراز است.

18 Want de goddeloosheid brandt als een vuur, Dat doornen en distels verteert, Het dichte woud in vlammen zet, En in dwarrelende rookwolken hult.

۱۸ زیرا که شرارت مثل آتش می‌سوزاند و خار و خس را می‌خورد، و دربوته های جنگل افروخته شده، دود غلیظ پیچان می‌شود.

19 Door de gramschap van Jahweh is het land ontredderd, Het volk tot menseneters verlaagd:

۱۹ از غضب یهوه صبایوت زمین سوخته شده است و قوم هیزم آتش گشته‌اند و کسی بربرادر خود شفقت ندارد.

20 Men hapt naar rechts, en nog heeft men honger, Men bijt naar links, en wordt niet verzadigd. Niemand spaart zijn eigen broer, En allen verslinden het vlees van hun kroost:

۲۰ از جانب راست می‌ربایند و گرسنه می‌مانند و از طرف چپ می‌خورند و سیر نمی شوند و هرکس گوشت بازوی خود را می‌خورد.

21 Manasse Efraïm, Efraïm Manasse, En met elkander weer Juda. Maar toch bedaart zijn gramschap niet. Zijn hand blijft tegen hen uitgestrekt!

۲۱ منسی افرایم را وافرایم منسی را و هر دوی ایشان بضد یهودا متحدمی شوند. با اینهمه غضب او برگردانیده نشده ودست او هنوز دراز است.