< ᏉᎳ ᏧᏬᏪᎳᏅᎯ ᏔᎵᏁ ᏗᎹᏗ ᏧᏬᏪᎳᏁᎸᎯ 3 >

1 ᎯᎠᏃ ᎾᏍᏉ ᎯᎦᏔᎮᏍᏗ, ᎤᎵᏍᏆ ᎸᏗ ᎨᏎᏍᏗ ᎠᏎ ᎤᏕᏯᏙᏗ ᎤᎵᏰᎢᎶᎯᏍᏗ ᎨᏎᏍᏗ.
Weet wel, dat in de laatste dagen boze tijden zullen komen.
2 ᏴᏫᏰᏃ ᎤᏅᏒ ᎤᎾᏓᎸᏉᏗᏳ ᎨᏎᏍᏗ, ᎠᏕᎸ ᎤᏂᎬᎥᏍᎩ, ᎠᎾᏢᏆᏍᎩ, ᎤᎾᏢᏉᏗ, ᎤᏁᎳᏅᎯ ᎬᏩᏂᏐᏢᏗ, ᏧᏂᎦᏴᎵᎨ ᏗᏂᎳᏏᏘᏍᎩ, ᏄᎾᎵᎮᎵᏣᏛᎾ, ᎠᏂᎦᏓᎭᎢ,
Want de mensen zullen zelfzuchtig worden, geldgierig, snoevers, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan hun ouders, ondankbaar, goddeloos,
3 ᎪᎱᏍᏗ ᏧᏅᎾ ᏂᏚᏂᎨᏳᏒᎾ, ᏄᏃᎯᏍᏘᏒᎾ, ᎤᏐᏅ ᎠᎾᏓᏃᎮᎵᏙᎯ, ᏄᎾᎵᏏᎾᎯᏍᏛᎾ, ᎤᏂᎿᎭᎸᎯ, ᎠᏂᏍᎦᎩ ᎣᏍᏛ,
liefdeloos, trouweloos, kwaadsprekers, onmatig, verwilderd, van het goede vervreemd,
4 ᎠᎾᏓᎶᏄᎮᏍᎩ, ᎤᏂᎫᏏᏯ, ᎤᎾᏓᎵᏌᎳᏗ, ᎤᏂᎨᏳᎯ ᏱᏍᏛ ᎤᎾᏓᏅᏓᏗᏍᏗᏍᎩ ᎤᏁᎳᏅᎯᏃ ᏄᏂᎨᏳᏒᎾ,
verraders, roekeloos, trots, met meer liefde voor genot dan voor God,
5 ᎤᏁᎳᏅᎯ ᏗᏁᎶᏙᏗ ᏗᏤᎵᏛ ᎤᏂᎯ, ᎠᏎᏃ ᎠᎾᏓᏱᎯ ᎤᏁᎳᏅᎯ ᏗᏁᎶᏙᏗ ᎨᏒᎢ. ᎾᏍᎩ ᎢᏳᎾᏍᏗ ᏕᎭᏓᏅᎡᎮᏍᏗ.
mensen die de schijn van vroomheid bewaren, maar er de kracht van verwerpen. Ook dit slag moet ge vermijden.
6 ᎾᏍᎩᏰᏃ ᎯᎠ ᎢᏳᎾᏍᏗ ᏥᏓᏂᏴᎵᏙᎰ ᏓᏓᏁᎸᎢ ᎠᎴ ᏥᏓᎾᏘᎾᏫᏗᏍᎪ ᏄᎾᏓᏅᏛᎾ ᎠᏂᎨᏴ ᎤᏂᎧᎵᏨᎯ ᎠᏍᎦᎾᎢ, ᏚᎾᏘᏂᏒ ᏧᏓᎴᏅᏛ ᎠᏚᎸᏗ ᎨᏒᎢ,
Want tot dit soort behoren zij, die de huizen binnensluipen, en vrouwtjes inpalmen, welke gedrukt gaan onder zonden en door allerlei lusten worden gedreven,
7 ᎾᏍᎩ ᏂᎪᎯᎸ ᎠᎾᏕᎶᏆᏍᎪᎢ, ᎠᏎᏃ ᎥᏝ ᎢᎸᎯᏳ ᏱᏩᏂᏰᎢᎶᎯᎰ ᏚᏳᎪᏛ ᎠᎦᏙᎥᎯᏍᏗ ᎨᏒᎢ.
welke altijd door maar blijven leren en nooit tot de kennis der waarheid kunnen geraken.
8 ᎠᎴ ᎾᏍᎩᏯ ᏤᏂ ᎠᎴ ᏨᏈ ᏣᎾᏡᏗᏍᎨ ᎼᏏ ᎾᏍᎩᏯ ᎾᏍᏉ ᎯᎠ ᎠᎾᏡᏗ ᏚᏳᎪᏛ ᎨᏒᎢ; ᎠᏂᏍᎦᏯ ᎤᏲᏨᎯ ᏚᎾᏓᏅᏛᎢ, ᎠᎴ ᎨᏥᏲᎢᏎᏛ ᎾᏍᎩ ᎪᎯᏳᏗ ᎨᏒ ᎤᎬᏩᎵ.
Zoals Jannes en Jambres zich tegen Moses verzetten, zo ook verzet dit slag mensen zich tegen de waarheid; bedorven zijn ze naar het verstand, zonder houvast in het geloof.
9 ᎠᏎᏃ ᎥᏝ ᎤᏟ ᎢᏴᏛ ᎬᏩᏁᏅᏍᏗ ᏱᎩ, ᎾᏂᎦᏔᎿᎭᎥᎾᏰᏃ ᎨᏒ ᎬᏂᎨᏒ ᏅᏓᏳᎾᎵᏍᏓᏁᎵ ᎾᏂᎥᎢ, ᎾᏍᎩᏯ ᎾᏍᏉ ᏥᏄᏍᏕ ᎾᏍᎩ.
Maar veel verder zullen ze het dan ook niet brengen; want hun dwaasheid zal opvallen aan iedereen, juist als van die twee anderen.
10 ᏂᎯᏍᎩᏂ ᎣᏏᏳ ᏣᎦᏙᎥᏒ ᏄᏍᏛ ᏓᏆᏕᏲᏅᎢ, ᏄᏍᏛ ᎠᏆᎴᏂᏙᎸᎢ, ᏄᏍᏛ ᏓᏇᎪᏔᏅ ᏗᏆᏓᏅᏛᎢ, ᎠᏉᎯᏳᏒᎢ, ᎬᏂᏗᏳ ᎨᏒᎢ, ᎠᏆᏓᎨᏳᎯᏳ ᎨᏒᎢ, ᎤᏁᎳᎩ ᎨᎵᏍᎬ ᏥᎩᎵᏲᎬᎢ,
Maar gij zijt mijn navolger in leer, gedrag en besluiten, in mijn geloof, lankmoedigheid, liefde en geduld,
11 ᎤᏲ ᏅᏋᏁᎵᏙᎸᎢ, ᎠᎩᎩᎵᏲᏥᏙᎸᎢ ᎥᏘᎣᎩ, ᎢᎪᏂᏯ, ᎵᏍᏗ-ᏂᎦᎥ ᎤᏲ ᏅᏋᏁᎵᏙᎸᎢ; ᎠᏎᏃ ᎾᏍᎩ ᏂᎦᏛ ᎾᎿᎭᎤᎬᏫᏳᎯ ᎠᏯᏓᎴᏒᎩ.
in mijn vervolgingen en lijden, die mij in Antiochië, Ikónium en Lustra overkwamen, die ik alle geduldig verdroeg, en waaruit ook de Heer mij verloste.
12 ᎠᎴ ᎾᏍᏉ ᎾᏂᎥ ᎤᎾᏚᎵᏍᎩ ᎤᏁᎳᏅᎯ ᏗᏁᎶᏙᏗ ᎨᏒ ᎤᏂᏍᏓᏩᏛᏍᏗᏱ ᎦᎶᏁᏛ ᏥᏌ ᎠᏃᎯᏳᎲᏍᎩ ᎢᏳᎾᏛᏁᏗ ᎾᏍᎩ ᎠᏎ ᎤᏲ ᎢᎨᎬᏁᏗ.
Inderdaad, allen zullen vervolgd worden, die in Christus Jesus godvruchtig willen leven;
13 ᎤᏂᏲᏍᎩᏂ ᏴᏫ ᎠᎴ ᎤᎾᏠᎾᏍᏗ ᎠᏂᏁᏉᎨᏍᏗ ᎤᏂᏲ ᎨᏒᎢ, ᏓᏂᎶᎾᏍᏗᏍᎨᏍᏗ ᎠᎴ ᎨᏥᎶᎾᏍᏗᏍᎨᏍᏗ.
maar deugnieten en bedriegers zullen van kwaad tot erger komen: anderen misleidend, blijven ze zelf in dwaling.
14 ᏂᎯᏍᎩᏂ ᏕᏣᏂᏴᏎᏍᏗ ᏄᏍᏛ ᏣᏕᎶᏆᎥᎢ ᎠᎴ ᏦᎯᏳᏅᎢ; ᎯᎦᏔᎭᏰᏃ ᎾᏍᎩ ᎯᏯᏕᎶᏆᎡᎸᎯ ᎨᏒᎢ,
Gij echter, volhard in wat ge geleerd en gelovig aanvaard hebt;
15 ᎠᎴ ᎯᎦᏔᎭ ᏣᏍᏗ ᎨᏒ ᏅᏓᎬᏩᏓᎴᏅᏛ ᏕᎯᎦᏔᎲ ᏗᎦᎸᏉᏗ ᎪᏪᎵ, ᎾᏍᎩ ᏰᎵ ᎯᎦᏔᎿᎭᎢᏳ ᎢᎬᏩᏁᏗ, ᏣᎵᏍᏕᎸᏙᏗ ᎨᏒ ᏫᎬᏩᎵᏱᎶᎯᏍᏗ, ᎦᎶᏁᏛ ᏥᏌ ᎯᏲᎢᏳᏒ ᎢᏳᏩᏂᏐᏗ.
omdat ge weet, van wien ge het hebt geleerd, en omdat ge van kindsbeen af de heilige Schriften kent, die u wijsheid ter zaligheid kunnen geven door het geloof in Christus Jesus.
16 ᏂᎦᎥ ᎪᏪᎵ ᎤᏁᎳᏅᎯ ᎤᏓᏅᏖᎸᎯ ᏗᎪᏪᎳᏅᎯ, ᎠᎴ ᎣᏏᏳ ᎤᏓᏕᏲᏗᏱ, ᎤᏓᎬᏍᎪᎸᏗᏱ, ᎤᏓᎪᏗᏱ ᏚᏳᎪᏛᎢ, ᎤᏓᏕᏲᏗᏱ ᎣᏍᏛ ᎨᏒᎢ,
De hele Schrift is door God ingegeven, en is nuttig tot onderrichting, weerlegging, terechtwijzing en opvoeding in de gerechtigheid;
17 ᎾᏍᎩ ᎠᏍᎦᏯ ᎤᏁᎳᏅᎯ ᎤᏤᎵᎦ ᎤᏍᏆᏗᏍᏗᏱ, ᎤᏓᏁᎵᏌᏛ ᎢᏳᎵᏍᏙᏗᏱ ᏂᎦᎥ ᎣᏍᏛ ᏗᎦᎸᏫᏍᏓᏁᏗ ᎨᏒᎢ.
opdat de man Gods er door volmaakt zou worden, en toegerust tot ieder goed werk.

< ᏉᎳ ᏧᏬᏪᎳᏅᎯ ᏔᎵᏁ ᏗᎹᏗ ᏧᏬᏪᎳᏁᎸᎯ 3 >